Op 24 september diende het beroep bij de Raad van State dat wij samen met Stichting Kloppend Stadshart en bewoners van het gebied hebben aangespannen tegen de bouwplannen van de gemeente Arnhem in het uiterwaardengebied Stadsblokken- Meinerswijk. De kern van de zaak draait wat de appellanten betreft om de vraag of bouwen in de uiterwaarden in deze tijd van klimaatverandering niet een zeer onverantwoord besluit is en on hold moeten worden gezet totdat toekomstbestendige normering uitwijst of dit verantwoord is of niet.
De gemeente en projectontwikkelaar Kondor Wessels stellen dat ze zich aan de normen van Rijkswaterstaat houden. Rijkswaterstaat zal als uitvoerend orgaan aangeven dat ze simpelweg de normen hanteert die momenteel gelden.
De kernvraag in deze zaak is of de huidige normen wel robuust zijn en niet op zeer korte termijn moeten worden aangepast. Waarbij projecten die nu op de rol staan even on hold moeten totdat er nieuwe toekomstbestendige normen zijn.
Deze zomer gebeurde in een groot gebied van de Ardennen tot de Eiffel wat niemand voor mogelijk hield, 150 tot 180 mm regen viel in 48 uur (gemiddeld valt er in ons land in een jaar 850 mm). Dit leidde tot een record hoge stand op de Maas en een iets minder hoge golf op de Rijn. Gevolg: 180 doden en 20-30 miljard euro schade in Duitsland, 42 doden en 350 miljoen euro schade in België, en 500 miljoen euro schade in Nederland.
Op de vraag aan de waterprofessionals of we dit hadden zien aankomen is het antwoord: nee. Op de vraag of we het watersysteem in ons land voor zoiets op orde hebben is het antwoord wederom: nee, er zijn voor de Rijn nog altijd niet sluitende rekenmodellen. We moeten dus in de rekenmodellen méér met een bandbreedte werken. Welke bestuurder durft het aan onze buren in Duitsland en de Ardennen juist nu te vertellen dat we nog gewoon doorgaan met bouwen van een complete woonwijk in een flessenhals in de Rijn?
Inmiddels is op landelijk niveau de discussie losgebarsten. Geen wetenschapper bestrijdt dat door klimaatverandering de grote rivieren in de toekomst veel meer water moeten afvoeren. Deltares klimaatadaptatie expert Marjolijn Haasnoot stelt bijvoorbeeld dat “er een duidelijke toename van zowel de frequentie als de intensiteit van extreme gebeurtenissen is die tegelijkertijd kunnen optreden. Die frequentie en intensiteit zullen alleen nog maar verder stijgen. In antwoord daarop moeten we enorme inspanningen verrichten en innovatieve oplossingen ontwikkelen”. Waterschappen stellen dat om schade door weersextremen te beperken het nodig is dat overheden water sturend laten zijn voor de ruimtelijke inrichting en roepen op toekomstbestendige keuzes te maken in water-, land en bodemgebruik. De Tweede Kamer heeft zeer recent een motie aangenomen die de regering verzoekt om water en wateropgaven een sturend onderdeel te laten zijn bij ruimtelijke ordenings- en woningbouwvraagstukken.
Ook emeritus hoogleraar Pier Vellinga is duidelijk en stelt dat de wetgeving achter loopt bij de klimaatverandering. Hij stelt dat gemeente en Rijkswaterstaat met vuur spelen, zeker met in het achterhoofd dat het leed en de geleden schade in Limburg heeft plaatsgevonden in een totaal vergunde en dus beleidsmatig en wettelijk veilig geachte situatie. Schijnveiligheid dus. Vellinga stelt dat er een gerede kans is dat Duitsland de dijken flink gaat verhogen en het water bij extreem hoge waterstanden er dus niet meer overheen kan lopen, waardoor de piekafvoer bij Lobith in 2050 kan oplopen tot 19.000 kubieke meter per seconde en in het jaar 2100 tot 22.000 kubieke meter. Dat laatste getal is zo’n 6.000 kubieke meter meer dan waar in de toelating van de woningbouw in Arnhem rekening mee is gehouden.
De appellanten stellen dat met het bouwen in de flessenhals in de Rijn in Arnhem broodnodige Ruimte voor de Rivier wordt opgesoupeerd, ruimte die we in de toekomst hard nodig gaan hebben om ons aan te passen aan klimaatverandering.
Uitspraak door de Raad van State zal zo’n 6 weken na de zitting zijn. We houden u daarvan natuurlijk op de hoogte.